Louteringsberg – Canto 13 De tweede omgang is een loodkleurige kale rotswand. Hier bevinden zich de afgunstigen, de jaloersen. Hun kleren hebben eenzelfde kleur als de rots. Omdat hun ogen zijn dichtgenaaid – afgunst maakt blind- zoeken ze steun bij elkaar. Dante richt zich tot Sapia uit Siena die opbiecht dat ze altijd ‘meer genoegen beleefde aan andermans leed dan aan haar eigen geluk’.
